Vanuit Bandung reden we over het platteland van West-Java
(Jawa Barat). Een prachtig landschap met vulkanische bergen, veel bananenbomen
en kokospalmen, een moskee of twee in elk dorp, visvijvers en heel veel
rijstvelden. Soms als uitgestrekte vlakten, vaak ook op terrasjes tegen de
berghelling. Een prachtig gezicht: al die kleuren groen alleen al… Zulke
rijstvelden (sawa’s) zijn kleine, omdijkte akkertjes. De manier van rijstbouw
is eeuwenoud. Na de oogst ploegt de boer het land, met de hand, met een buffel
en soms machinaal. Daarna planten vrouwen de jonge zaailingen van de rijstplant
(die ze op andere akkertjes hebben opgekweekt) in een laagje water. Ze staan
daarbij tot flink over de enkels in de blubber. Tijdens de groei van de
rijstplant, een graansoort, laat men het waterniveau stijgen. Een interessant
stukje watermanagement, volgens Henk, onze eigen Willem-Alexander. Als de
rijstplanten dan volgroeid zijn, laat men het water weer weglopen om te
oogsten. De planten worden afgesneden en de rijpe halmen worden uitgeschud. De
aren worden vervolgens te drogen gelegd en daarna gemalen (om het vliesje van
de rijstkorrel af te krijgen). Met de bus stopten we bij zo’n rijstveld,
waarbij we mooie foto’s/filmpjes konden maken van de aanplant van
rijstplantjes. En voor wat, hoort wat, dus de hardwerkende, giechelende ibu’s
wilden daarvoor graag wat geld zien…
In een wegrestaurant lunchten we zo tegen 12 uur: soto ayam
(kippensoep met rijst) of gado gado (een groenteschotel met pindasaus) en een
kop koffie of thee. Daarna was het nog een kleine drie uur rijden naar
Pangandaran. Op de kaart lijken het helemaal niet zulke einden, maar hier in
Indonesië rijdt ’t niet echt door: stijgen, dalen, inhalen, opstoppinkjes in
dorpjes… In totaal reden we vandaag zo’n 200 kilometer en waren we van 7.15 tot
ongeveer 15.15 uur onderweg (met een pauze van 12.00-13.00 uur).
We werden bij ons nieuwe hotel ontvangen met een kokosnoot
met kokosnotensap en een rietje. En chips van de broodboom. Dat smaakte prima.
Nadat de kamers waren verdeeld, begaven we ons richting zee. Peter, Henk en
Arjan waren bijna niet te houden, want ’t was een echte ‘mannenzee’: eentje met
mooie, flinke golven. Het water van de Indische Oceaan was heerlijk van
temperatuur; je dook er zo in. Zelfs Jaap moest er na een tijdje aan geloven,
maar mooi dat ‘ie het vond. De golven waren super: na elke golf moesten we weer
de zwembroek ophijsen. Maar ook de dames uit het gezelschap wisten wel raad met
zo’n golfzee: Marga, Jenny, Erna, Alie en Corrie deden flink mee. Gelukkig verdween
de zon achter de wolken, dus raakten we niet verbrand, terwijl de temperatuur
heerlijk bleef.
Rinus liep, met de opgeknapte Ada (gelukkig!) aan zijn
zijde, zo trots als een pauw over het strand: een leuk Indonesisch meisje wilde
graag met hem op de foto. Zoiets laat Rinus zich geen twee keer zeggen. En
warempel, even later lukte het Arjan ook…
Na wat schoonspoelen in het zwembad van het restaurant aten
we om 19.00 uur. Dat was weer prima! Na het eten werd er nog wat gewandeld
langs de boulevard, uitgerust en ontmoette Arjan opnieuw Irvino, die hij op dag
1 in Jakarta ook al ontmoette. Morgenvroeg uitslapen, pas om half 8 uur
ontbijten. Welterusten!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten