We voeren in ranke, smalle bootjes met aan beide kanten een
drijver, een stuurman en een lawaaierig motortje de zee op. Onze drie bootjes
waren niet de enigen, want vanaf verschillende stranden kwamen er bootjes
aangevaren met nieuwsgierige toeristen. In totaal wel zo’n 30-40 bootjes.
Langzamerhand kwam ook de zon op, een mooie zonsopgang. En niet veel later:
yes, de eerste dolfijn! Wat een snelle, gestroomlijnde vissen zijn dat. Ze
zwommen en doken voor de bootjes uit en soms ertussenin, steeds in groepjes van
een stuk of 5-10. Af en toe ook een moeder met een kleintje. We zagen zelfs een
aantal pirouettes voor onze neus gebeuren. Waarschijnlijk wat macho-dolfijnen…
Er werd flink gefotografeerd, maar dat bleek met die snelle beestjes lastiger
dan het eerst leek. De meesten van ons borgen het toestel dan ook maar weer op
en genoten van het schouwspel. Goed rondkijken en dan hopen dat ze vlakbij je
boot opspringen.
Na een uurtje voeren we weer richting de kust. Jaap, Erna,
Peter en Jenny waren al eerder vertrokken om te gaan snorkelen. Om Jaap in z’n
zwemvliezen te krijgen, moest Jenny al haar verloskundige inzichten gebruiken
om dat tot een succes te laten worden. Maar ’t is gelukt! Het snorkelen was
zeer de moeite waard: wat een prachtig
gezicht, ’t is net of je in een tropisch aquarium zwemt. Arjan en Marga volgden
even later. Al die kleuren en vormen die je onder je ziet zwemmen, schitterend!
Zelfs Noord-Balinese tijgervissen op deze locatie… Met wat brood of biscuitjes
kon je de vissen naar je toe lokken en eten ze uit je hand.
Tegen een uur of negen waren we allemaal – de
niet-snorkelaars waren er natuurlijk al een stuk eerder – terug in het hotel.
Na het ontbijt is er nog wat gerust, de tas weer ingepakt en vertrokken we rond
een uur of half elf, met beide auto’s. Onderweg hebben we koffiegedronken bij
een schitterend uitzichtpunt op een dal met groene sawa’s en vulkaantoppen
tegen de achtergrond. De terrassen met rijstvelden waren goed te bekijken.
Verderop kwamen we nog een aantal apen tegen, langs de kant van de weg.
Onze volgende stop was het kunstenaarsdorp Ubud. Een
Amerikaanse vrouw had ons bij het ontbijt al gewaarschuwd: very busy. Nou, dat klopte inderdaad: druk, druk, druk. Even een
uurtje daar over de markt gelopen, een vol pakhuis met allerhande souvenirs,
schilderijen, fruit, sarongs en housnijwerk. En afdingen hoort hier bij de
nationale gewoonten, maar af en toe voelt het ook wel wat ongemakkelijk om over
1 of 2 euro te onderhandelen…
Terug in Kuta haalden we onze koffers weer van de extra
gehuurde kamer en werd er gewassen (en vannacht gedroogd voor de droge lucht
van de airco), geshopt, gezwommen en de zonsondergang op het strand bewonderd.
We waren niet de enigen; op het strand was het rond half zes het hartstikke
druk met mensen die de sunset in Kuta wilde meemaken. Hoge golven op de
voorgrond, mooi zonlicht op de achtergrond. Helaas was het net boven zee wat
bewolkt, dus zagen we de zon niet in zee zakken…
Om half acht aten we in het restaurant van het hotel. Alie
had ons in eerste instantie vrijaf gegeven om op een zelfgekozen tijdstip in
het restaurant te eten. Maar iedereen vond ’t veel gezelliger om dat met elkaar
te doen, dus spraken we af om half acht. We aten vandaag a la carte, in
tegenstelling tot de andere dagen, waarbij Alie vaak een buffet liet
samenstellen of op een bepaalde tijd een maaltijd bestelde et eten bestelde.
Dat betekende dat we ook flink wat meer tijd voor het eten nodig hadden (tot
half 10), maar ’t was heerlijk. Daarna de koffer ingepakt, zodat we morgenochtend
om 8 uur bepakt en bezakt aan het ontbijt kunnen zitten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten