maandag 18 april 2011

Maandag 18 april - op weg naar Bandung

Weer op tijd opgestaan: om 6.45 uur zijn de koffers in de bus gezet, daarna ontbeten, de sleutels ingeleverd en uitgezwaaid door het personeel. Als verrassing kregen we een ingelijste groepsfoto mee. Jan bleef achter in Jakarta; hij geeft de komende dagen les aan de MDiv-studenten van SETIA en vliegt daarna door naar Soemba om les te geven aan de theologische opleiding daar. Wij zullen hem daar ook weer ontmoeten, ijs en weder dienende. Of beter: zo de Here wil, want dat besef je ook altijd weer als je zo’n eind van huis bent…
De reis gaat vandaag via Bogor naar Bandung, zo’n 150 kilometer vanaf Jakarta. Dan zou je denken dat zo’n tochtje in een uurtje of drie gepiept is, maar zo niet in Indonesië. De wegen zijn hier overvol met busjes, auto’s, scooters en vrachtauto’s en bij ieder kruispunt is het een drukte van belang. Ook passeren we vandaag de Puncak Pas, een mooie route, waarbij de weg langzaamaan naar boven gaat, naar de top van de op 1500 m hoogte gelegen Puncak Pas. En met ons busje gaat zo’n klim niet bijster snel… In eerste instantie bleek de toegangsweg naar de pas afgesloten, waarbij een ‘komische agent’ ons twee keer terugwees. Maar tegen 9.15 uur konden we aan de klim beginnen.

Onderweg stopten we bij coöperatieve theeplantage en -fabriek Gunung Mas. Helaas was de fabriek vandaag gesloten, maar werd ons wel het verwerkingsproces van theeblaadjes uitgelegd. De pakjes first-class black tea vonden, na aanprijzingen van Alie over de unieke smaak, gretig aftrek. We zullen ’t thuis gaan proeven. Daarna hebben we even rondgewandeld op de plantage: een prachtig gezicht. Rinus is en blijft een Sinterklaas: zo gauw er kinderen in de buurt zijn, valt hij in zijn oude decemberrol en wuift hij de kinderschare toe en deelt hij handdrukken uit. Met daarbij een gulle lach. En het liefst gaat hij ook met ze op de foto. Andersom net zo goed, want zo’n reuze-opa zien ze niet elke dag. Na een bakje gemberthee en een versgebakken rijst/kokoskoekje (Peter, bedankt) vervolgden we onze trip.

Inmiddels was het beginnen te regenen, dus de uitzichten waren net wat minder dan waar we op hoopten. Toch bleef het landschap prachtig: overal groen, theeplantages, groente- en fruittuinen en op de achtergrond vulkanische bergen. Direct over de pas brak de zon weer door. Even verderop hebben we in een keurig restaurant gegeten: nasi goreng en foe yong hai. Aan de andere kant van de Puncak Pas zagen we ook de eerste rijstvelden (sawa’s), verderop werden het er steeds meer. Een mooi gezicht. Verder kwamen we langs een aantal cementfabrieken en steenhouwerijen.

Tegen vier uur raakten we in de buurt van Bandung; de drukte van de stad komt je alweer tegemoet. Wat opvalt, is de temperatuur hier:  die is een stuk lager dan in het hete Jakarta. Dat komt omdat Bandung een stuk hoger ligt. En de wolkenkrabbers ‘missen’ hier aan de skyline. Na vijf uur waren we bij ons hotel: mooie ruime kamers met een prachtig, groen uitzicht. Airco is hier niet nodig, het klimaat is aangenaam. Om zeven uur aten we, daartussen hebben sommigen gezwommen in het zwembad, andere rustten wat. Het eten was heerlijk, alhoewel bij Jenny, Erna en Rinus het zweet flink uitbrak en de tranen zowat over hun wangen biggelden. De sambal/pepertjes waren toch wat heter dan de eerste inschatting was… Na het bekijken van de Rinus’ foto’s op de Ipad van Ada (ja, deze oma is erg bij de tijd!), gingen we slapen in Bandung. Morgen om 7 uur ontbijt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten