24 t/m 29 mei Soemba
De Verre Naasten in Indonesië: een impressie.
Lai Handangu en Waimarangu: twee nederzettingen waar de voorgangers van DVN hun sporen hebben achtergelaten. In de eerste vestiging nauwelijks meer. Het ziekenhuisje van Mesoz is niet meer te vinden. Maar in het tweede dorp zijn de herinneringen tastbaar of functioneren nog volop. De maalderij en de fabricage van meubels is stilgelegd. Afgebouwd dus omdat het te duur werd en er eigenlijk voor de meubels geen afzetmarkt was. De gebouwen staan er nog maar de sloten zitten op de deuren. Ook de woning van een aantal Nederlandse uitgezondenen is er nog en functioneert nu als guesthouse voor de gasten die Sumba bezoeken. Het is nu eigendom van de GGRI. Ook wij verbleven daar. Jan Boersema is er regelmatig te vinden om in alle rust zijn werkzaamheden voor te bereiden en af te sluiten. Lijkt ons trouwens een mooie plek om het eco- toerisme te ontwikkelen! Ook de gebouwen van de theologische school worden niet meer gebruikt. De school is verplaatst naar Waingapu. Jammer eigenlijk maar wel te begrijpen. De huidige vestigingsplaats is veel beter en sneller bereikbaar.
De Indonesische zusterorganisatie van DVN, Yakkersum, is echter volop actief als het gaat om voorlichting op het gebied van de landbouwontwikkeling. Productieverhoging kan leiden tot afzet van bijvoorbeeld rijst op de markt en vergroot tegelijk de variatie van het menu van de eigen bevolking. Mais kan dan minder worden. Er is ook aandacht voor andere producten. Tien voorlichters zijn werkzaam en zij ondersteunen ongeveer 60 motivators richting de gevormde boerengroepen. Zij zijn actief tot ver buiten Waimarangu en hebben daarbij niet alleen aandacht voor de leden van de GGRI. Het begrip “verre naaste” wordt dus ruim ingevuld.
Wai Marangu oogt prettig. Het is ruim opgezet en staat midden in het groen. Vroeger kon je vanaf de waranda van het huis de zee zien. Nu moet je een flinke klim maken de berg op om een prachtig uitzicht te hebben over het Soemba van vandaag. Er zijn trouwens plannen om in het oude gebouw van de theologische school een trainingscentrum voor leken- predikers en evangelisten te stichten. Verdere vorming en onderwijzing kan het niveau van de prekers alleen maar verhogen!
DVN heeft het roer dus flink omgegooid. Er gaat geen contant geld meer richting personen. Wel wordt een aanvullende bijdrage gestort in het emeritaatsfonds voor de predikanten, wordt een bijdrage gegeven voor de honorering van evangelisten en hier en daar een kleine bijdrage voor de bouw van kerken. Van dit laatste hebben we mooie voorbeelden gezien. Ten slotte zal er geld nodig zijn voor een nieuw schoolcomplex in Waingapu. De grond is gekocht, de bouwvergunning schijnt rond te zijn en hopelijk kan de bouw snel beginnen. De huidige locatie – een kerkgebouw – is voor onderwijs eigenlijk niet geschikt.
Daarnaast is Jan Boersema voor 75% in dienst van DVN. Het werk van hem is trouwens ook veranderd en aangepast. De voorlichtingsbezoeken aan de zelfstandige gemeenten zijn ver teruggebracht. Dat is een taak van de kerk zelf geworden. Wel wordt gereageerd op een gerichte hulpvraag. Zijn werk is hoofdzakelijk docent zijn en dat doet hij niet alleen in Waingapu. In Jakarta werkt hij voor Setia en in Malang regelmatig voor een Koreaanse opleiding waar ook een drietal Soembanese studenten aanwezig zijn. Daardoor krijgt de GGRI de beschikking over goed opgeleide predikanten die een rol kunnen gaan vervullen in de opleiding van een nieuwe generatie predikanten. Afwisselend werk dus maar zijn werkdruk is behoorlijk hoog.
Een impressie heeft iets te maken met de persoonlijke ervaring en waarneming van een bezoeker. Zo moet u dit ook lezen. Het is geen exacte weergave van alles wat er door DVN wordt gedaan rond het eiland Soemba. Wel zegt het iets over de betrokkenheid van een vakantieganger die meer wilde zien er vooral ervaren dan alleen maar mooie plaatjes en genieten van inheemse maaltijden.