De rit naar Kataka was opnieuw een flinke hobbelweg, omhoog,
dwars over de Soembanese vlakten. Als je achteromkeek, zag je de zee liggen.
Wat een verschil met onze rit naar de kerk in Jakarta, twee weken geleden.
Soemba is echt een rustig eiland, met mooie vergezichten en af en toe een huis
met wat vee. Op een bepaald moment hadden we zelfs een kudde paarden voor onze
bus aan het galopperen. Een mooi gezicht, net of we als postkoets
voortgetrokken werden richting de kerk.
In Kataka aangekomen, werden we bij ds. Agus thuis ontvangen.
Hij vertelde ons kort iets over zichzelf: 62 jaar, inmiddels gepensioneerd,
vader van 5 kinderen, één zoon woont met z’n pasgetrouwde vrouw bij hen in (zij
hebben elkaar op SETIA in Jakarta leren kennen, hij verpleegopleiding, zij
godsdienstonderwijzeres, afkomstig van Sumatra). Nog steeds erg actief in de
kerk, voorzitter van de kerkenraad en gaat nog elke zondag voor op een nieuwe
evangelisatiepost van de gemeente, ergens verderop in het binnenland (zo’n 2,5
uur met de motor heen en daarna datzelfde eind weer terug). In totaal heeft de
GGRI- gemeente van Kataka 4 evangelisatieposten, verspreid over de regio. In
Kataka zijn zo’n 200 kerkleden.
Vervolgens liepen we samen naar de kerk, waarbij zich steeds
meer mensen bij de wandelstoet aansloten. Inmiddels werd ook de kerkklok
geluid: de ‘koster’ sloeg met een stuk metaal op een oude wieldop die aan de
dakgoot hing. Nadat we alle handen hadden geschud, begon de dienst om half 10. In
de kerk zaten zo’n 80 mensen, waarvan de helft kinderen. Zij waren vanochtend
al naar de zondagsschool geweest, vanaf half 8. Onze voorganger vanochtend was
evangelist Samuel Umbu Pingge (Sam), een jonge, enthousiaste vent van 30 jaar.
Hij komt van Soemba en heeft de theologische school in Waingapu doorlopen. Op
dit moment is hij (tijdelijk) verbonden aan één van de evangelisatieposten van
de gemeente hier. Samuel vertelde dat hij volgende week naar Nederland gaat, als
één van de dertig deelnemers aan de drieweekse, internationale cursus die De Verre Naasten samen met de Theologische
Universiteit in Kampen organiseert.
De kinderen van de zondagsschool zongen uit volle borst nog een
lied, daarna kregen alle kinderen die al konden lezen van Alie een
mini-kinderbijbeltje mee en de zondagsschoolleider twee kinderbijbels, één van
het Oude en één van het Nieuwe Testament. En een zak cadeautjes (autootjes en
knipjes). De kinderen gingen daarna naar huis. Vervolgens begon de dienst en
was de gemeente aan de beurt om te zingen, a capella. Het bijzondere is dat men
de psalmen hier op dezelfde wijzen zingt als wij in Nederland gewend zijn. Zo
konden we dus, met onze Nederlandse kerkboekjes in de hand, prima meezingen.
Een mooie ervaring om zo, samen met onze Indonesische broers en zussen, onze hemelse
Vader te kunnen loven en prijzen. Tussen de gezongen regels door zegt de
voorganger hier trouwens alvast de tekst van de volgende regel, waarschijnlijk
voor degenen die niet kunnen lezen. En om je heen: krekelgeluiden op de
achtergrond, open ramen (of beter gezegd: geen ramen, alleen kozijnen) waar af
en toe een verkoelende briesje doorheen waait, een broeierig dak met
blikplaten, kippen in de bosjes en zomaar een hond die binnenwandelt en op één
van de lege stoelen gaat liggen…
Het Bijbelgedeelte van vandaag was uit Handelingen 9:1-19,
de geschiedenis waarin de fanatieke christenvervolger Paulus, op weg naar
Damascus, door Jezus zelf geroepen wordt om Hem te volgen. Na de schriftlezing
in het Indonesisch vond die ook nog in het Soembanees plaats, aangezien niet
iedereen de officiële landstaal (Bahasa
Indonesia) kent. Na de collecte
preekte Sam over het gelezen Bijbelgedeelte, waarin hij inging op het feit dat
Paulus’ enthousiasme voor de dezelfde Heer in eerste instantie helemaal niet
goed bezig was. En dat je dus, in al je fanatieke enthousiasme, helemaal
verkeerd bezig kunt zijn. Datzelfde geldt ook voor ons tegenwoordig: het kan
heel wat lijken, maar voor God helemaal niet goed zijn. Jezus volgen vraagt om
een nieuw leven, waarin je kiest voor het volgen van Hem. En dat is af en toe
best lastig, maar dat vraagt God wel van ons. Het was mooi zo´n jonge,
enthousiaste Soembanese dominee
(opgeleid op de theologische school hier op het eiland zelf) aan het werk te
zien, waarbij hij helder en duidelijk Gods woord kon uitleggen. Ook na de preek
werd deze samengevat in het Soembanees.
Aan het eind van de dienst heeft Jaap, met Jan als vertaler,
de gemeente toegesproken, waarbij hij beloofde dat we hun groeten zullen
overbrengen aan onze broeders en zusters in Nederland. En dat we ons, in
dankbaarheid, met hen verbonden weten in Christus.
Na de dienst werden we opnieuw bij ds. Agus thuis
uitgenodigd. Daar dronken we koffie/thee met een Soembanese ‘vulkoek’. Met de
dominee en de evangelist hebben we nog wat nagepraat over de preek en de
gemeente Kataka (ze gaan voor 2013 in Kataka een nieuwe kerk bouwen (het
fundament ligt er al), want dan is hier de driejaarlijkse synode van de
GGRI-NTT). Om de hoek van de deur keken de buurtkinderen en zijn vrouw, zoon en
schoondochter toe, ondertussen aan de slag met de warme maaltijd. Die smaakte
vervolgens prima: rijst, kippensoep en gekruide kip. Corrie had de hoofprijs:
de gekookte kippenkop, alhoewel ze dat bij het opscheppen nog niet helemaal
doorhad. Maar nadat ze het velletje eraf stroopte en de kip recht in z’n ogen
keken, gilde ze het uit. Hilariteit alom. Gelukkig lustten de honden ‘m buiten
wel. De jongetjes buiten showden ons ook nog een varaan die de hadden gevangen
en doodgemaakt. Want zulke ‘landkrokodillen’ eten jonge kippen op…
De terugweg verliep voorspoedig, alhoewel het wel warm was…
Onderweg zijn we nog even gestopt bij het ziekenhuis, waar Jan heeft gevraagd
of onze verpleegsters (of inmiddels: zweetzusters) daar morgen kunnen komen kijken.
Gelukt, dus met drie opgewekte verpleegkundigen vervolgden we onze reis. Thuis
wat bijgekomen, daarna soep met brood gegeten en ’s avonds samen een preek
gelezen over Paulus’ zendingsreis naar Antiochië (Handelingen 13) en daarover
nog wat nagepraat. En deze 1e mei uitgeroepen tot de Dag van de Zendingsarbeid, omdat we
vandaag met eigen ogen hebben mogen zien en in Kataka hebben mogen ervaren dat
God het zendingswerk hier op Soemba zegent.
En weer een dag voorbij…. ’t Aftellen begint al wat, nog vier
Indonesische dagen en dan vliegen we donderdagavond terug naar Nederland.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten